vrijdag 28 juni 2024

Voorheen Rookzangers Notitieblog 54: Spitsbogen en Spitzweg


Op safe spelen. Ik betrap me er steeds vaker op. Liever een herhaling van misschien niet zo opwindende maar tenminste vertrouwde omstandigheden dan iets nieuws. Maar soms dwingt het leven je tot avontuur.
We wilden naar Aken. Nu ja, eigenlijk naar Heimbach (misschien niet zo opwindend maar tenminste vertrouwd) maar de camping van Mein Freund moest wel een drassig moeras zijn na al die regen. Aken dus maar, dat ik nauwelijks ken, om de Dom te zien en een museum waarover mijn vriend Karl hoog opgegeven had. 
Een betaalbaar hotel vinden dat geen betonnen doos was bleek lastig. We tuurden urenlang op onze telefoontjes. Pas later zouden we de reden ontdekken. Er was Pinkpop. Alle hotels in de wijde omtrek van Landgraaf, ook de Duitse, zijn dan goed beklant. Uiteindelijk namen we genoegen met het St. Jobser Hof in het stadje Würselen. De omschrijving was summier en op Google Street View zagen we een wit gebouw in een saaie maar nette straat. Kon wel, vonden we.
In de auto onderweg kwamen we vast te zitten in nare files. We grapten met leedvermaak over onze taaie reis naar een grauw voorstadje vol shoarmatenten waar we niets te zoeken hadden dan een bed. Met dit trage reistempo zouden we zelfs het nabije Stolberg niet meer kunnen bezichtigen vandaag, zoals we van plan waren geweest. 
Maar kijk! Würselen bleek een proper, welvarend, vriendelijk en levendig stadje, mooi groen, met van die degelijke Duitse wederopbouwhuizen met metersdikke muren. Hier en daar een fraai historisch pand dat de geallieerde bombardementen had overleefd. Het hotel was ruim en comfortabel. We werden vriendelijk naar het stadscentrum gewezen. Even later zaten we op een zonnig pleintje onder een parasol. Ik bestelde een glaasje jenever bij mijn laars witbier. Ist es eigentlich das oder der Korn? vroeg de jongen die ons bediende. Ik zei dat ik het niet zeker wist omdat ik geen Duitser was. Das Korn voor het gewas, der Korn voor de drank, vermoedde ik. Nederlander? Hij knikte me vriendelijk toe. Zelf was hij Turks van origine. 
Verderop op de Morlaixplatz was de Griekse taverne Meet n' Greek. Beetje melige naam, hoffelijke bediening, uitstekend eten. Verzadigd en Würselen welgezind slenterden we in de vallende avond door de Stadtgarten waar twee glinsterende fazanten voor ons wegschoten.

Aachen. Het museum Suermondt-Ludwig aan de drukke stadsring was stil op deze zondagmorgen. Erg stil. Er was een hele verdieping afgesloten wegens personeelsgebrek. Wat is daar te zien, vroeg ik verontrust, want ik had mijn zinnen gezet op Der Schlangenbeschwörer van Carl Spitzweg. Moderne kunst, zei de vrouw achter de kassa, die ons maar de helft van de normale entree rekende om het goed te maken. Ik haalde opgelucht adem. Maar na zalen vol middeleeuwse christussen en madonna's van hout of in olieverf, soms sober en prachtig, soms charmant in hun onbeholpenheid, soms ronduit geestig van lelijkheid, en allemaal van 'onbekende meesters',  bleek dat het begrip 'modern' hier ruim werd genomen. Vanaf de 17e eeuw was alles met paaltje en koord afgesloten. Geen Delacroix, Frans Hals en Spitzweg voor ons. Achtervolgd door een zwijgende suppoost verlieten we het stille museum.


Uit mijn notities: 'De Dom. De verrassing. Geen grijze gotiek. Byzantijns, bladgoud, aanliggende Romeinen in de Civitas Dei. De Donkere Middeleeuwen zijn mijn blinde vlek. Klassieke Oudheid - Renaissance. Daartussen barbarij.
De Karolingische renaissance geheel vergeten. Niet goed opgelet bij meester Panken.'

Ja, de Dom was een plezierige schok. Ik dacht dat ik ze wel kende, die kathedralen met hun spuwers en pinakels, na een leven lang van kaarsjes aansteken en omhoogturen naar de spitsbogen en glas-in-loodramen. Maar dit was een ander verhaal. De Byzantijns-Romaanse kapel van Karel de Grote, groot bewonderaar van de Romeinen, was ooit het centrum van zijn stadspaleis. Toen hij eeuwen later heilig werd verklaard en er een stroom pelgrims op gang kwam die om grotere behuizing vroeg kwam die gotische hal eromheen. Lees het maar na op Wikipedia. Heb ik ook gedaan: de dag na terugkomst (ik was moe van nog meer files en het was te warm om iets anders te doen) heb ik me op het balkon flink bijgelezen over de Merovingische en Karolingische dynastieën en mijn kennislacune, mijn "blinde vlek", is inmiddels opgevuld met een chaotische en haastige overdaad aan halfvergeten en nieuwe feiten. Ik zal nooit meer zo naïef die middeleeuwen wegwuiven als de donkere periode van sprookjes tussen twee heldere beschavingen in. Eigenlijk moet ik terug naar het Suermondt-Ludwig Museum, die hautaine glimlach van mijn gezicht vegen, en met frisse belangstelling die sculpturen en panelen onderzoeken. Wat nou Spitzweg!


Geen opmerkingen: