vrijdag 5 juli 2024

CUSTOMIZED


Het marmeren blad van mijn balkontafeltje was stuk. De lijm had losgelaten, het lag onverankerd op de gedraaide gietijzeren poot. De corpulente heer Snuf sprong erop, het verloor zijn evenwicht, kieperde op de grond en brak. Ik wilde er een reparatiepoging aan wagen. Op mijn to do-lijst stond steenlijm kopen. De nieuwe stofzuiger was al gekocht, er was een was gedraaid, de frets van mijn luit waren vervangen. Het tafeltje zou snel aan de beurt zijn, maar urgent was het nog niet, het weer nodigde niet uit tot buiten zitten. 
Gisteren kwam mijn oudste dochter. We hebben een zomerse traditie van buiten eten. Het weer was vriendelijk genoeg. Maar ja, dat tafeltje. 
Terwijl de saus van aubergine, tomaat en wangspek stond te pruttelen bekeken we de situatie. Het verlokkende idee van buiten eten opende mogelijkheden. Waarom niet van een verminkt tafelblad eten? Waarom eigenlijk niet?
Ik tilde het loodzware marmer op en legde het op de poot. We schoven een beetje. Tevreden keken we naar het resultaat. Het breukvlak bleek mooi aan te sluiten bij de deur erachter. 
Toegegeven, een heel tafeltje is mooier. Maar het paste eigenlijk nauwelijks op het ondiepe balkon. We moesten er altijd onhandig omheen manoeuvreren. De een moest via de keuken, de ander door de huiskamer naar zijn plaats lopen. Nu was er ruimte genoeg, een heel wandelpad strekte zich langs het gehavende tafeltje uit. 
De pasta was klaar. Ik zette schaal en borden neer. Bestek, onze glazen. Paste makkelijk. 
We proostten. 'Beter zo!' zei mijn dochter.



dinsdag 2 juli 2024

Voorheen Rookzangers Notitieblog (55)

Vroeger was ik heer en meester in mijn appartement op driehoog. Ik was zelfs té onverschillig voor wat er onder me gebeurde. Soms kwamen de buren, Ans O. en Arie van N., klagen. Door het springen van de kinderen was een lamp van het plafond losgekomen. En ze konden 'hun eigen tv niet horen' toen Vincent en ik een nieuwe cd feestelijk luidruchtig ten doop hielden.
Nu is het andersom. Het huis onder me heeft heel lang leeggestaan. Dat heeft me verwend. Mijn nieuwe onderbuurman S. is als een soevereine stadsbewoner van het nieuwe soort. Boven zijn gerenoveerde paleisje word ik, oude bohemien, vriendelijk gedoogd. Schuldig voel ik me over aanhoudende lekkages, alsof ik daar iets aan kan doen. Ik speel zachtjes piano. Passeer stapvoets in het trappenhuis zijn appartement.
Hij stampt de trap op en slaat vrolijk met deuren. Klopt aan als er iets is. In het jeugdige vertrouwen dat alles op te lossen is en dat het beste nog moet komen.