Ik ga zitten en de wind trekt aan.
Woorden, beelden stuiven gretig op,
dwarrelen dooreen als bladeren.
Ik pluk er lukraak een van uit de lucht,
bekijk gefascineerd de nervatuur.
Maar wacht! Niet nu! Ik zit toch niet in
zazen
om aan botanie te doen? Ik geef het
terug aan ’t razen van de wind - het mengt
zich in de ordeloze bladervlucht.
Wanneer ik zo een tijdje roerloos zit,
neemt langzaamaan het waaien in me af.
Woorden, beelden dalen naar de bodem
en laten mij in luwe stilte achter.
(12 juli 2017)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten