4.
Ardennenoffensief en earthships
We stonden daar best, op An der Ho, we hadden het naar ons zin, er was genoeg te zien in de buurt, het weer viel mee; dus we besloten een paar dagen te blijven.
Zaterdag was het wel zaak, zei men, om de auto buiten het terrein te parkeren, als we nog ergens heen wilden gaan; de camping zou dan tegen de avond volstromen met Amerikaanse legervoertuigen. Zestig militaire oldtimers, in bezit van hobbyisten die de achtergebleven residuen van het Ardennenoffensief draaiende hielden, deden op hun jaarlijkse rondrit de camping aan. We konden mee-eten, maar er was alleen gemengde ham - gekookt, gebakken en rauw - met friet; ook zonder menukaart was het al een hele klus voor de vrijwilligers om al die monden te voeden.
"Na wat voorstadjes komen we in de stille, écht plattelandse streek boven de hoofdstad, en, geaccentueerd door het grijze weêr en de stilte, leek het net of we door de middeleeuwen zwierven, herfstige middeleeuwen van Hesse: het rook overal (...) naar vuren. Er waren overal koeien, dorpjes lagen in zichzelf besloten, niet als in Nederland vanuit een kern eindeloos uitgebouwd, in de dalen, slechts nu en dan zagen we een mens, die in de rust van het land zijn werk deed, en verder waren er zeer veel kraaien, die telefoondraden bezetten zoals elders zwaluwen. Hun macabere krassen en de geur van rook in die eindeloze stilte moeten voornamelijk de middeleeuwse atmosfeer hebben bepaald."
Zo was het, volgens mijn dagboek, in 1978. Nu reden we door een saai achterland waar de levenloze dorpen volgebouwd waren met dure gladgestuukte dozen, nieuwbouw of renovatie. De tuinen leken op begraafplaatsen, coniferen en kiezel, makkelijk in het onderhoud: de forenzen die hier wonen verblijven het grootste deel van de tijd in de hoofdstad. Vastgoed is peperduur in Luxemburg. Wie hier zo'n gerenoveerd boerenhuis bezit heeft wat te besteden maar doet dat voornamelijk elders.
Terug bij de tent vraagt Alex ons of we zin in koffie hebben.
Alex is onze overbuurman. Een goedgebouwde, licht getinte Brit, met rasta-haar dat hij bij mooi weer in een knotje draagt. Hij slaapt in de kajuit van een aan land getrokken scheepje dat Serenity heet. Daarachter, tegen de bosrand, staat een partytent met parketvloer die als zijn huiskamer dient. Hij is vanuit Cornwall op drift geraakt, volgde zijn Russische vrouw naar Luxemburg tot die er met een Italiaanse pizzabaas vandoor ging en woont hier nu permanent, weer of noodweer, met zijn twee parkieten. Dit weekend is zijn zevenjarig zoontje bij hem. We hebben Alex, die een sonore basstem heeft, door zijn smartphone al veel horen praten, leunend tegen zijn oude Ford. Over de deal met een Duitse company die nu bijna rond is. De meeste tijd verlummelt hij met frisbeeën met een andere schipbreukeling. Soms stijgt er een wietwolk uit de kajuit.In de partytent is het verrassend comfortabel. Een reusachtige parasol, op zijn kant neergelegd, beschut ons tegen de wind. We krijgen koffie uit een espressomachine in grote bij elkaar passende koppen - 'Haha, they were all stolen from Costa Coffee'. Alex vertelt over zijn turbulente leven. Hij groeide op bij hippie-ouders die de hele dag mediteerden - oooohmmm - en heeft vooral gezworven, gevaren. Leeft van klus tot klus. Op dit moment heeft hij nog precies twintig euro op zak. Maar hij heeft grote dromen en hoopt ooit een stuk land te bezitten om volledig selfsupporting te zijn. Hij weet precies hoe je warmte uit compost haalt en van afval huizen kunt bouwen, praktisch voor niets. YouTube-filmpjes leerden hem de principes en hij heeft als vrijwilliger geholpen om earthships te bouwen uit autobanden en modder. 'And did they actually float?' vraag ik. Hij lacht diep en legt uit wat een earthship is. Een aardehuis, zelfvoorzienend en gemaakt van gerecycled materiaal.
Na een uurtje nemen we afscheid. We hebben vooral geluisterd. Alex is een onderhoudend prater maar niet werkelijk geïnteresseerd in wat een ander inbrengt. Hoort je even toegeeflijk aan en gaat weer verder met zijn eigen verhaal. Een egocentrische charmeur, vinden we, maar opvallend lief en geduldig tegen zijn schuwe zoontje.
Tijdens onze wandeling hadden we een fanfare gehoord. Die speelde steeds hetzelfde stuk. Ik hield het op een repetitie onder leiding van een nogal dwangmatig perfectionistische dirigent. Maar in de bistrot die middag horen we dat het vandaag Kirmes is. De fanfare gaat dan van deur tot deur om een aubade te brengen en wat geld op te halen. We krijgen een traditionele snee rozijnenbrood met Kirmes-Schinken. Op de bar staan flessen zelfgestookte honinglikeur (Hunneg Drëpp). De vaste jongens hebben allemaal een flink borrelglas goudkleurige vloeistof naast hun bier staan. Al spoedig ik ook. Als dat maar goed gaat.
(Wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten