De optredens waren gedaan, maar er was nog één hindernis te nemen, voor ik echt kon ontspannen. Mijn dochter had me verteld dat ik bij het gezamenlijke etentje een toespraak zou moeten houden. Tijdens de tramrit probeerde ik orde te brengen in de woorden die in me opkwamen; en hoe persoonlijk zou ik het maken, dat speechje? In Grand Café Hermes nipte ik van mijn wijn. Ik moest een helder hoofd houden. De carpaccio verscheen op tafel, en daarna de spareribs. Er werd afgeruimd en de eerste schalen met toetjes werden al binnengebracht toen de voorzitter aan zijn toespraak begon. Hij sprak lang, vloeiend, warm en geestig, zette iedereen gul in het zonnetje - hier was niets meer aan toe te voegen, en dat bleek ook helemaal niet van me verwacht te worden. Ontspannen hapte ik in mijn grand dessert, dat hier niet zo grand was, met een paar happen was het weg. Ik wenkte de serveerster en bestelde nog een Malbec. Mijn werk zat erop.
Maar omdat eenmaal in mijn hoofd geformuleerde woorden toch een uitweg willen, schrijf ik hier op wat ik misschien gezegd zou hebben, als de voorzitter me indringend had aangekeken en tegen zijn glas had getikt:
'Allereerst: zangers en zangeressen van Thalia, jullie waren fantastisch. Jullie zijn boven jezelf uitgestegen die laatste voorstelling. Vooral de grote koorstukken knalden er vol zelfvertrouwen uit, spatgelijk en glashelder en krachtig. Het zangplezier straalde ervan af. Ik was trots op jullie. Chapeau!
Wat mijzelf betreft: met mij en Thalia is het een beetje raar begonnen. Zoals sommigen van jullie weten was mijn vader ook musicus. Hij was repetitor bij de Nederlandse (tegenwoordig Nationale) Opera. En hij dirigeerde ook een operettevereniging. Ik ben als jongeman min of meer in zijn voetsporen getreden, maar koos toch een iets andere weg. Ik ging zingen. In het begin nog vooral opera en operette, maar in de loop der jaren maakte ik me van mijn vaders invloed los, en begon mijn eigen weg te vinden, steeds verder verwijderd van het operamilieu waaruit ik kwam.
Vorig jaar zomer werd mijn vader ziek, en het was algauw duidelijk dat het einde naderde. En juist op dat moment kwam het verzoek om bij Thalia in te vallen. Toen ik voor het eerst op de repetitie kwam zag ik daar mijn vaders vleugel staan. Exact dezelfde Kawai. De moed zonk me in de schoenen. Moest ik soms zijn rol overnemen, nu hij dat niet meer kon? En kon ik dat wel? Hij was een veel betere pianist dan ik, aan zijn techniek kon ik niet tippen.
Met mijn vader ging het in de herfst snel bergafwaarts, en ik werd gevraagd om dirigent van Thalia te worden. Ik had dat graag met mijn vader overlegd, maar hij was toen al te ver heen en te veel in de war om een serieus gesprek te kunnen voeren. De naam Thalia zei hem nog wel wat, dat kon je zien. Maar wat er precies allemaal in dat oude hoofd omging was een raadsel. Ondertussen had ik na een paar slapeloze nachten de knoop doorgehakt. Als het mijn lot was om terug te keren naar de operette - nu niet als zanger, maar om mijn vaders oude werk te doen - dan was dat blijkbaar zo voorbestemd. Ik moest het maar gewoon proberen. Eén productie, en dan maar zien of het me beviel. Ik kon het daar altijd nog bij laten.
Soms zag ik mezelf daar zitten, als repetitor met de zangers, en bedacht dat het precies dát werk was, dat mijn vader vijfentwintig jaar lang bij de opera had gedaan. En toen de voorstelling naderde en ik de baton ter hand nam, zag ik mezelf soms dezelfde gebaren maken die hij gemaakt had.
Hij is er niet meer, en ik doe wat hij deed. Ik heb er niet alleen vrede mee, ik vind het ook prachtig werk. En ik geloof, pa, dat ik het er niet zo slecht vanaf heb gebracht. Jammer dat ik niet meer met je kan overleggen: hoe zou jij die opmaat nu aangeven? En sla je zoiets nou in vieren, of toch beter in tweeën?'
Ach, waarschijnlijk was dat allemaal veel te serieus geweest. Maar ik had willen besluiten met:
'Beste zangers en zangeressen, het was voor mij soms een moeilijk proces, deze Sorcerer, al hebben jullie dat misschien niet zo in de gaten gehad; ik heb erg moeten wennen aan deze nieuwe uitdaging die zoveel persoonlijke associaties met zich meebracht. Maar nu die eerste productie achter de rug is kan ik zeggen: ik ben met hart en ziel lid geworden van die oude, eerbiedwaardige en soms erg luidruchtige en chaotische familie die Thalia heet, ook ik ben nu Thaliaan... Mij krijgen jullie zo gauw niet meer weg!'
(Eventuele punchline: 'Zolang Henk de facturen betaalt en Jan Willem voor de koekjes blijft zorgen tenminste.')
Geen opmerkingen:
Een reactie posten