vrijdag 24 november 2017

DE SIGARENWINKEL

Eindelijk is het zover. Het boek lag lang te sluimeren, eerst op mijn harde schijf, toen op die van de uitgever, maar nu mag het naar buiten. Het wordt losgelaten en is vanaf nu vogelvrij, iedereen mag erop schieten. En daarmee op mij - op de pijn die dat misschien gaat doen hoop ik voorbereid te zijn.

Waarom schrijft een mens een roman, als hij geen romanschrijver is? Omdat het een soort meesterproef is?
Liefhebbers van mijn manier van schrijven hebben vaak gezegd: 'Wanneer komt je boek?'
Er kwam een boek, maar dat bedoelden ze niet; een boek, dat is een roman, geen verzameling stukjes. Ik antwoordde dat ik geen roman in me had, geen roman ambieerde te schrijven. Sommige mensen zijn geboren voor de heldhaftige verfstreek op een paar vierkante meter linnen, andere voor het arceren met een tekenpennetje. Ik behoorde tot de laatste categorie.
Maar het kriebelde, het jeukte. En op een dag deden aanleiding en onderwerp zich voor. Ik liep langs de sigarenwinkel waar ik in slechte dagen had gewerkt en zag een advertentie. Zo'n zelfde advertentie had me er destijds doen solliciteren. De beginscène van het boek was er, samen met het euforische maar ook onzekere gevoel, dat ik op het punt stond een nieuw en spannend traject te beginnen.
De start bleek verrassend gemakkelijk. Jarenlang kalenders schrijven hadden me de juiste omgang met een omvangrijk werk bijgebracht: gewoon maar beginnen, niet te veel vooruitkijken en elke dag trouw een portie doen - op zeker moment is het dan klaar; vooropgesteld dat je structuur en grote lijn van meet af aan duidelijk voor je ziet.
Welnu, die zag ik. De geschiedenis die ik ging vertellen was immers waar gebeurd? Een afgeronde periode in mijn leven, een vertelling met kop en staart, die niet echt prettig was om aan terug te denken maar als boek, als roman, tenminste nog ergens voor zou deugen.

Maar na een paar hoofdstukken ontdekte ik dat ik vast zat. Hoezeer de werkelijkheid ook de richting aanwees, ik kwam niet verder in mijn verhaal. En toen nam ik een dapper besluit. Ik zou gaan verzinnen. Ik zou gaan liegen. Dat was toch waarin de fictie zich onderscheidde van de werkelijkheid, nietwaar? Een nieuwe hoofdpersoon deed haar intrede. Ik leende het uiterlijk van iemand die ik van gezicht kende en vulde dat in met een mengsel van vrouwen die ik beter gekend had. Toen ik mijn eerste regels van deze nieuwe verhaallijn intikte gaf me die handeling een duizelig gevoel. Dit was macht, dit was doodenge verantwoordelijkheid. Alles was mogelijk! Dus zo voelde de romancier zich...
Daarna schreef het boek zichzelf weer, het was vrij; het kon, binnen de beperkingen die de grote dramatische lijn stelde, alle kanten op. Aan het eind gekomen herschreef ik de eerste hoofdstukken, om ze meer te laten rijmen met de latere.

Het schrijven van De sigarenwinkel was pijnlijk. Ik heb weinig reden om trots te zijn op de beschreven periode en die werd genadeloos opgerakeld. Maar vanaf het moment dat ik nadrukkelijk (autobiografische) fictie schreef was het toch minder pijnlijk dan in het begin, toen het verhaal gelijk op ging met de werkelijkheid. Ik kon de toon lichter houden, humor een plaats blijven geven en de complexe situatie waarin ik toen verkeerde wat simpeler maken door een paar belangrijke personages weg te houden uit de vertelling. Uiteindelijk heeft het boek de herinnering voor een deel verdrongen: ik weet soms niet meer hoe het 'écht' ging; en heb meer vrede met die troep van toen. Je moet iets - met dank aan Ingrid Hoogervorst - eerst 'naar je toe schrijven' om het uiteindelijk toch 'van je af' te kunnen schrijven.

Hieronder citeer ik de reclametekst van de uitgever. Ik hoop natuurlijk dat u allemaal dit boek bestelt, al zou ik tegelijkertijd willen, dat niemand het las, echt waar. Tegen alle meewarige blikken bescherm ik me op voorhand door hard te roepen: 'Het is allemaal verzonnen hoor, het is maar een roman! Zo erg was het heus allemaal niet!'

"De sigarenwinkel is een psychologische roman vol zwarte humor. De neergang van de drankzuchtige hoofdpersoon wordt beschreven tegen het decor van het tabaksbedrijf met al zijn eigenaardigheden. Daarmee is het boek ook een zedenschets van een specifiek milieu, die in zijn satire hier en daar herinnert aan Voskuils Het Bureau. De hoofdpersoon, operazanger Pascal van Raemsdonck, besluit zijn vastgelopen leven een nieuwe wending te geven. Hij wordt verkoper in een chique sigarenwinkel. Maar anders dan hij verwacht zijn daarmee zijn zorgen zeker niet voorbij. Integendeel: zijn laatste beetje zelfrespect sneuvelt in de dagelijkse strijd met grotere ego’s dan hijzelf. De sigarenwinkel is na Rookzanger (2012) en Bankjeszomer (2014) het derde boek van Jan-Paul van Spaendonck (1956) dat bij Flanor verschijnt. Het is het romandebuut van de Amsterdamse musicus en auteur, die verder o.a. columns, verhalen, vertaalde poëzie en een kinderboek publiceerde."

Ik zou hier zelf nog aan willen toevoegen, dat het boek een klein monument heeft opgericht voor een verdwijnend tijdperk: dat van de roker. Het speelt in de tijd dat het rookverbod in de horeca er zou komen. Ik vond dat toen bizar en schandalig; en moet je nu zien: ik rook zélf niet meer!

De prijs van De sigarenwinkel (ingenaaid, 16 x 23 cm en 180 pagina’s) bedraagt EUR 19,50. Het boek is te verkrijgen door overmaking van EUR 19,50 op bankrekening NL85 INGB 0680 2522 15 ten name van W.S. Huberts te Nijmegen, onder vermelding van 'Sigaar’. Als u betaalt via elektronisch bankieren, vergeet dan niet uw adresgegevens toe te voegen. Na ontvangst van de betaling wordt uw bestelling zonder verdere kosten bij u thuis afgeleverd. Bij afleveradressen in het buitenland zullen de extra verzendkosten in rekening worden gebracht.


(Omslagontwerp: Rosanne van Spaendonck)



Geen opmerkingen: