Mijn vriendin zat op een vermolmde kano in de sloot en sneed riet weg met een kleine zeis. Het was de tijd voor de jaarlijkse slootcontrole van het waterschap, en dan is het altijd even ploeteren in de modder om geen boete te krijgen. Ik zat aan de waterkant in de zon. Om toch de schijn op te houden dat ik als goede vriend meehielp pakte ik de bossen riet van haar aan en legde ze op de oever. De beste exemplaren gingen op een aparte stapel, bedoeld om het afdakje voor de schapen opnieuw te dekken. De andere vormden, liefst met veel zwarte drab, een 'aanlandingsproject' aan de slootkant. Door die modder konden de controleurs in elk geval zien dat er hier gewerkt was, ook al was misschien niet alles perfect in orde op de dag van de schouw. In een emmer naast me lagen handschoenen en wat gereedschap. Ik had er mijn glas witte wijn ingezet, zodat het niet zou omvallen in het oneffen gras. Nu en dan nam ik een slokje, terwijl ik de rust van het polderleven tot me door liet dringen. Aan de overkant naderde een koe. Zij keek nieuwsgierig naar ons. Koeien zijn gezelligheidsdieren, zegt mijn vriendin. De koe knipoogde vriendelijk, boog zich voorover en met een lange witte tong dronk ze van het water beneden. 'Kijk, een koe die Paulus Potter nadoet,' zei ik.
Een liederencyclus op gedichten van mijn vriend Robert Eksteen heet Ars Naturae Magistra. De kunst is de leermeesteres van de natuur. Een dwarse verdraaiing van het motto waarnaar de hoofdstedelijke dierentuin is genoemd. Hoe waar, deze ironische omkering, dacht ik. Want onze observatie van de natuur wordt gekleurd door wat we hebben geleerd, door wat de beeldende kunst ons heeft laten zien. Net zoals we vogelzang versimpelen tot de liedjes de we kennen. In werkelijkheid strooien de vogels lustig met intervallen en intonaties die in ons toonsysteem nauwelijks te vatten zijn, hoezeer Olivier Messiaen ook zijn best heeft gedaan.
We luisteren en kijken zelden onbevangen, maar interpreteren op grond van een kader van soortgelijke waarnemingen. Dat is overigens precies wat de meditatie ons probeert bij te brengen: kijken en luisteren zonder verwachting, zonder vooropgezet idee van wat we gaan zien en zullen horen - de werkelijkheid voor de verandering eens ongefilterd laten binnenkomen.
Voorbeelden werpen, net zo goed als meningen, obstakels op voor zuivere waarneming en worden daarmee vooroordelen. Ik zag een koe. Ik meende een drinkende koe van Paulus Potter te zien. Maar toen ik die later googelde bleek die in die vorm niet te bestaan. Het doek dat mij voor ogen stond toen ik het voor de hand liggende etiket 'Paulus Potter' op mijn natuurwaarneming plakte was van Willem Maris. Mijn verbeelding had het overgeschilderd in de stijl van Potter.
(Illustratie: Willem Maris: 'Drinkende witte koe' of 'Zomerweelde')
Geen opmerkingen:
Een reactie posten