Pagina's
▼
dinsdag 31 oktober 2017
BELASTINGCONSULENT
Elk jaar rond deze tijd bezoek ik mijn belastingconsulent.
Elk jaar als ik daar ben schrik ik van de snelheid waarmee de tijd verstrijkt.
'Weer een jaar voorbij,' stellen we lacherig vast als we elkaar een hand geven.
We zitten tegenover elkaar, de belastingconsulent en ik, en buigen ons over mijn inkomsten en uitgaven, net als een jaar geleden. In de tussentijd heb ik niet of nauwelijks aan de belastingconsulent gedacht. Pas als ik hem zo weer bezig zie denk ik aan onze laatste, vrijwel identieke ontmoeting, die gisteren plaatsgevonden lijkt te hebben.
Ik speur naar tekenen van veroudering in zijn gezicht, dat misschien iets dikker is dan de vorige keer. Het leek me dat hij zojuist iets strammer de trap opliep dan anders, maar misschien heeft hij zich geblesseerd bij het zondagse hockey. Want hij doet aan hockey, dat is een van de weinige persoonlijke dingen die ik van hem weet. Niet veel, na al die jaren.
Van mij heeft hij in het voorbijgaan heel wat meer meegekregen. Want bij het uitspitten van iemands financiƫle status komt het nodige boven tafel. Hij heeft mijn scheiding meegemaakt, mijn periode als sigarenverkoper, mijn klinische opname en mijn terugweg, de berg op: dat alles vertaalde zich in fluctuaties in de geldstroom.
Onze verhouding is niet meer hetzelfde. Vroeger kon hij me nog weleens de les lezen. Hij leek plezier te hebben in zijn superieure positie. 'Ik zal jou weleens even op je plaats zetten, zelfingenomen kunstenaartje!' leek hij te denken. Daar is in de loop der jaren niet veel van overgebleven, we zitten daar als gelijken, hij toevallig aan de ene, ik aan de andere kant van de tafel. Zijn rol in het systeem benut hij om mij zo goed mogelijk door het oerwoud van regeltjes te gidsen. Over elk behaald voordeel verheugen we ons beiden. Alleen als ik een precair onderwerp aanroer mag hij de stilte nog graag een beetje rekken totdat die dreigend wordt, en stelt hij het moment dat hij me het verlossende antwoord geeft zo lang mogelijk uit. Eerst roept hij zwijgend allerlei sites op, bladert in paperassen, tikt getallen in op zijn rekenmachientje, fronst moeilijk de wenkbrauwen, zuigt lucht aan tussen zijn tanden, trommelt nerveus op tafel. Hij laat me bungelen aan het koord dat zijn overwicht in kennis hem in handen geeft. Net als ik begin te vrezen dat het dit jaar wel op de gevangenis uit zal draaien strijkt hij met de hand over zijn hart. Een knipoog en een glimlachje. Het zal wel loslopen, het zal wel meevallen, het komt allemaal goed.
Een klein uur later schud ik zijn hand. 'Tot volgend jaar maar weer,' zeg ik, en ik voeg er sinds kort aan toe: 'bij leven en welzijn.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten