Dagelijks Bestuurder Ronald Mauer, aan wie het eerste exemplaar werd uitgereikt, droeg een zwarte spikkeltjesblouse onder zijn colbertje. Met zijn sonore stem, die hele voetbalvelden moeiteloos tot de orde kan roepen, raasde hij in recordtijd door een viertal A4'tjes heen. Ik kende de tekst al, die was nagenoeg identiek aan de inleiding die hij voor het boekje had geleverd, dus ik had alle tijd om zijn schoenen te bewonderen: slanke, puntige, kleurige schoenen van Mascolori of McDaddy.
Ook hier in Nieuw-West, op ons eigen gezellige achenebbisje worst-met-kaas-boekenballetje in Eddy's winkel Meck & Holt aan Tussenmeer, zorgen we ervoor dat we voor de gelegenheid gekleed zijn, dat zeiden die schoenen. Schrijfster Igrid Hoogervorst, die had afgetrapt met een voorlezing uit haar bijdrage Amsterdam-WestSideStory, zag er zelfs uit alsof ze op weg was naar een schoolfeest in de jaren tachtig: in spannend zwart geperst sprak ze de goegemeente toe. Maar zij was dan ook de enige die uitgenodigd was op het échte Boekenbal: ons balletje pikte ze even mee als voorafje. Zelf had ik gekozen voor het gloednieuwe batikoverhemd dat ik van mijn vriendin had gekregen voor mijn verjaardag, en ook Joch, die ik begeleidde in haar nostalgische liedjes, had een fleurige zijden blouse aan. Een iets te lichte dracht voor de frisse temperatuur die heerste in de winkel: met stijve vingers betokkelde ik mijn gitaar; even later leende iemand me barmhartig zijn alpacavest uit Peru, dat me de rest van de avond warm hield.
Tussen de leesbeurten door raakte ik in gesprek met Marcel van den Boogert, die ik nog van school ken. Als altijd in stemmig driedelig grijs, met effen das. In onze inleidende correspondentie had hij geschreven dat zijn Geuzenveldtijd inmiddels baadde in een bijna goudkleurig, Italiaans licht, en dat hij hoopte (en verwachtte) daarvan iets terug te vinden. Ach ja, mompelde ik toen ik dat las, en met weemoed dacht ik terug aan mijn eigen weemoed. Want voor mij is dat goudkleurige licht allang verdwenen. Vanaf het moment dat ik, bijna twintig jaar geleden, mijn oude buurt tot mijn onderwerp heb gemaakt heb ik het foton voor foton moeten inleveren. Met ieder liedje, met iedere tekst werd een beetje van dat toverachtige schijnsel onttrokken aan mijn herinnering. Mooie herinneringen die worden omgezet in kunst verdwijnen uiteindelijk uit je hoofd, dat is de prijs die de kunstenaar betaalt.
Ik heb het hem niet gevraagd, want we spraken over een wederzijdse literaire vriend, maar ik ben benieuwd hoe hem de avond is bevallen. Misschien is hij nog niet toe aan een herwaardering van Nieuw-West op eigen merites, en vond zijn nostalgie er teleurstellend weinig terug. In Amarcord, zijn bijdrage aan het alternatieve Boekenweekgeschenk, doet hij een flinke greep uit zijn geheugen. Het resultaat is een tekst die baadt in het gouden licht dat de gelukkige die voor het eerst zijn jeugdherinneringen optekent nog volop omstraalt.
Cathelijn Schilder, een van de scribenten van vorig jaar en nu als gast aanwezig, zei goedgehumeurd strijdlustig dat er volgend jaar meer vrouwen moeten meedoen, en dat de teksten meer over het heden zouden moeten gaan. Inderdaad, bladerend in het boekje Tussen Andreasplein en Zwarte Pad, Tweede Jaargang, valt op dat de stadswijk voor de meesten toch vooral iets van vroeger is, 'de voorbije toekomst', zoals Fred Martin het in zijn stuk verwoordt.Zelf heb ik me ook zeer bezondigd aan die nostalgie, zoals u wellicht weet, hoewel ik bij de wijk van nu zeer betrokken ben en er graag en vaak vertoef. Ik citeer bij wijze van illustratie daarvan een alinea of twee uit mijn bijdrage De borsten van Veronica. Typisch zo'n goudenlichtgevalletje. Het boekje kunt u overigens nog de hele week gratis krijgen bij Meck & Holt, samen met het Nationale Boekenweekgeschenk. Daarna verschijnt het in de handel.
Het was een lichtloze avond in de late herfst, zonder regen of wind. Niet eens koud. Het schijnsel van de straatlantaarns stond machteloos tegen het donker, er lag een grauw floers over de wereld, die met haar glans ook de moed leek te hebben verloren. Gehurkt tussen de stekelige takken van de bosjes keek ik omhoog naar het verlichte raam. Daarachter deelden drie meisjes een kamer, dezelfde kamer aan de straatkant waarin mijn vader zijn piano had staan. Het gordijn was niet helemaal gesloten. Ik zag van alles bewegen, heen en weer schieten, en probeerde te onderscheiden wat er gebeurde – gingen er kleren uit? - maar voordat er iets duidelijks te zien was werd het gordijn helemaal dichtgetrokken. Ik bleef nog een tijdje gaten turen in het duister maar droop toen af naar huis.
Of… Veronica verscheen aan het raam, pakte de wijd open gordijnen beet maar aarzelde met dichttrekken. Haar uitgespreide armen lieten haar blote borst vrij. Als de tweelingkelken van half-gedroomde lelies wiegden haar borsten verleidelijk heen en weer. Wit en roze. Ik hapte naar adem. Ze bleef even zo staan, keek naar buiten, naar de bosjes aan de overkant, en sloot toen met een plagerig lachje de gordijnen.
Of? Ik weet werkelijk niet welke versie de juiste is. De tweede heb ik naderhand zo vaak gedroomd dat hij de eerste – en waarschijnlijk juiste - in de herinnering bijna heeft verdrongen. Ze lopen door elkaar, die twee beelden, vloeien in elkaar over. Er zijn te veel mensen die hun verbeelding verwarren met hun herinnering, zei de negentiende-eeuwse Amerikaanse humorist Josh Billings. Het is hem vaak nagezegd, maar ik geef de voorkeur aan mijn verbeelding.
Tussen Andreasplein en Zwarte Pad, Tweede Jaargang (Boekenweekgeschenk Amsterdam Nieuw-West 2017) is een uitgave van Stichting de Driehoek. Tijdens de boekenweek 'gratis' verkrijgbaar in boekhandel Meck & Holt (Tussen Meer 46, vlakbij het Osdorpplein) en bij de Bruna op het Belgiëplein. Het is ook nu al apart te bestellen en kost dan 9,90.
(Foto's: Anthonie Holslag)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten